Niet iedereen hoeft zich bij de aangifte inkomstenbelasting over 2011 druk te maken over de belasting in box 3 op spaargeld, beleggingen en andere bezittingen. Er is een algemene vrijstelling van €20.785 per persoon, iemand die daar overheen schiet kan gebruikmaken van andere vrijstellingen.
De belastingheffing op vermogen oogst elk jaar weer kritiek. Zo zou het onrechtvaardig zijn omdat er over vermogen in het verleden al eens inkomstenbelasting is betaald. Omstreden is echter vooral de aanname van de fiscus dat we 4%rendement op ons vermogen verdienen. „Op een spaarrekening heb je dat de laatste jaren nauwelijks kunnen halen en ook de beleggingsrendementen vielen tegen”,
Vrijstelling
U kunt de belastingdruk op uw vermogen verminderen. Iedere belastingplichtige heeft allereerst een algemene vrijstelling. Deze wordt elk jaar iets verhoogd en bedraagt over 2011 €20.785, of € 41.570 voor fiscale partners samen. Pas daarboven gaat de fiscale teller lopen. Voor 65-plussers geldt een extra vrijstelling, afhankelijk van hun vermogen en inkomen. Deze kan oplopen naar €27.516 per persoon.
En wat als kinderen een spaarpotje hebben? Bij een kind onder de 18 jaar, wordt dat vermogen bij de ouders belast. Zijn de ouders gescheiden, dan krijgt ieder de helft toegerekend. Per kind is er nog wel een vrijstelling van €2779. Met ingang van 2012 is deze echter geschrapt.
Een extra vrijstelling is er voor geblokkeerd spaarloon. De spaarloonregelingis weliswaar ook afgeschaft, maar tot 1 januari 2012 gestorte bedragen kunnen nog vier jaar geblokkeerd blijven staan en vallen daarmee buiten de heffing in box 3. Deze vrijstelling bedraagt € 17.025, maar dat saldo is al jarenlang onbereikbaar wegens de jarenlange bevriezing van de maximale spaarbedragen en de afschaffing van verwante spaarregelingen.
Peildatum
Met ingang van de aangifte inkomstenbelasting 2011 is er nog maar één peildatum voor box 3, namelijk 1 januari van dat jaar. Daarvoor gold het gemiddelde van de stand op 1 januari en 31 december. „Mensen die in 2011 te maken hebben gehad met een dalend vermogen als gevolg van de misère op de huizenmarkt en de beurzen, worden nu dus voor een hoger vermogen aangeslagen dan ze in feite hebben”, concludeert Ligtenberg.
bron: overgeld belastingen